Brandveiligheid moderne bedrijfsgebouwen onvoldoende

Wanneer een nieuw bedrijfsgebouw door een aannemer wordt opgeleverd, voldoet het gebouw normaal gesproken aan de brandveiligheidseisen gesteld in het Bouwbesluit 2012. Echter, dat wil dan niet zeggen dat het pand werkelijk brandveilig is.
Volgens de gebruikelijke veiligheidsvoorschriften moeten de gebruikers van een pand tenminste 30 minuten de tijd krijgen om bij een brand, het bedrijfspand veilig te verlaten. Na deze 30 minuten zou het pand tot op de grond mogen afbranden en dan toch noemen wij dit dan een ”brandveilig gebouw”.
De 300.000 dieren die jaarlijks bij een brand van een stal of van legbatterij omkomen is niet bepaald een bevestiging van wat wij een ”brandveilig” gebouw noemen, in tegendeel. Het feit dat een modern bedrijfspand bij een brand te vaak volledig verloren gaat, geeft te denken.
De snelheid waarmee zo’n modern bedrijfspand bij een brand volledig verloren gaat heeft alles te maken met de materiaalkeuze. Zolang we oliehoudende materialen toestaan voor dakisolatie en voor dakbedekking, verbaasd het mij niet dat er zeer regelmatig bedrijfspanden volledig afbranden.
Daarnaast worden bedrijfspanden vaak onvoldoende opgedeeld in brandcompartimenten. Het opdelen van een gebouw in brandcompartimenten voorkomt dat bij een brand het gehele pand verloren gaat. Deze brandcompartimenten, moeten dan wel zorgvuldig worden uitgevoerd met deugdelijk brandscheidingen, die ook het dakvlak compartimenteert cq. in meerdere delen afscheidt.
Brandveiligheidsspecialisten stellen dan ook, dat de brandveiligheid van een gebouw begint, daar waar de Nederlandse veiligheidsvoorschriften (het Bouwbesluit) eindigt.
Als bouwkundige zou ik ervoor willen pleiten om uitsluitend onbrandbare materialen toe te passen voor bedrijfsgebouwen, zoals bijvoorbeeld steenwol als dakisolatie en niet brandbare dakbedekking. Daarnaast zouden zeer waardevolle inboedel, zoals bijvoorbeeld het datacenter, of de servers van het computernetwerk in een afzonderlijk brandcompartiment moeten worden geplaatst.
Ing. George J.M. van Rest

brandveiligheid

Brandveiligheid in Nederland onvoldoende

Zonnepanelen zijn rendabel (2)

De 40 zonnepanelen van ‘Zwinkels Energiecenter’ zijn nu ruim een jaar in bedrijf. Daarom is het nu tijd om de balans op te maken om te zien of de investering in zonnepanelen rendabel is.

Elektraverbruik en -opwekking:

Het zakelijk elektraverbruik van Zwinkels Advocaten bedroeg in het jaar 2012 9.846 kWh, waarvan 4.315 kWh tijdens de daluren (laag tarief)(gemiddeld zakelijk verbruik is 820 kWh per maand). Het privé elektraverbruik (de woning en de tuin) bedroeg in datzelfde jaar 2.762 kWh, waarvan 1.436 kWh tijdens de daluren (laag tarief)(gemiddeld privé verbruik is 231 kWh per maand).
Met het installeren van zonnepanelen wilde Zwinkels Advocaten in ieder geval het zakelijk elektraverbruik neutraliseren, zodat er een keuze is gemaakt voor het installeren van 40 zonnepanelen met een totaal geïnstalleerd vermogen van 9.800 Wp. In theorie is bij een gemiddelde Nederlandse zomer de te verwachten jaaropbrengst aan elektriciteit: 9.800 Wp x 0,85 = 8.252 KWh.
Lees verder

Zonnepanelen zijn rendabel

Wanneer is een investering rendabel? Wanneer je na 5 à 6 jaar het geld cijfermatig hebt terugverdiend, of wanneer je duurzaam hebt geïnvesteerd in het leefmilieu, of in de “good feeling” van mensen?
Ik moet bekennen dat ik vaker op mijn gevoel afga en mijn beslissingen in mindere mate neem op basis van getalsmatige uitkomsten. Toch is het nuttig om een financiële onderbouwing te hebben of een investering binnen een redelijke termijn wordt “terugverdiend”.

Juliëtte Zwinkels van Zwinkels Advocaten heeft vorig jaar als MVO-ondernemer geïnvesteerd in zonnepanelen op het dak van haar kantoor aan de Middelbroekweg in Honselersdijk. Van Rest Bouwprojectmanagement heeft haar daarbij geadviseerd.
Lees verder

Lidmaatschap Dutch Green Building Council (DGBC)

De Dutch Green Building Council is de netwerkorganisatie voor duurzaam bouwen en vastgoed in Nederland. De DGBC is opgericht door een aantal Nederlandse bedrijven die werkzaam zijn in de onroerend goedsector. Hun missie is: een toonaangevende rol vervullen in de transitie naar een duurzame bebouwde omgeving door te concretiseren, te inspireren en te verbinden. De DGBC is een platform voor onderzoek naar en kennisoverdracht over duurzame ontwikkeling van de gebouwde omgeving. Om deze kennisdeling over duurzaamheid vorm te geven worden er trainingen en evenementen georganiseerd en worden er lesmethodes ontwikkeld voor leerlingen van het basis- en middelonderwijs. Daarnaast is de Dutch Green Building Council ontwikkelaar en beheerder van het duurzaamheidskeurmerk BREEAM-NL.
Lees verder

Verschillen en overeenkomsten in duurzaamheidscertificeringen

In Nederland worden de volgende duurzaamheidscertificeringen veel gebruikt voor de beoordeling van een gebouw op het gebied van duurzaamheid: GPR Gebouw, Greencalc+, LEED en BREEAM-NL. Gebouwen worden binnen iedere certificeringsmethode beoordeeld op verschillende categorieën, onderstaande tabel geeft hier een overzicht van.vergelijking-duurzaamheidscertificeringenBron: Toolkit duurzame winkelcentra voor ontwikkelaar, belegger en retailer
Lees verder

Hoe duurzaam zijn onze bouwmaterialen?

Er is door het Nederlands Instituut voor Bouwbiologie en Ecologie (NIBE) onderzoek gedaan naar de milieuclassificaties van bouwproducten. Deze milieuclassificaties worden weergegeven volgens de LCA-methode, de levenscyclusanalyse-methode. Het NIBE wil architecten, bouwers en ontwikkelaars stimuleren om vooral bouwproducten te kiezen met een milieuklasse 1 t/m 3 en alleen in uitzonderlijke gevallen een hogere milieuklasse te accepteren.

In de bouw ontbrak het tot voor kort aan een keurmerk waaraan de milieuvriendelijkheid van bouwproducten af te lezen valt. Het NIBE heeft daarom het DUBOkeur in het leven geroepen. Bouwproducten met het DUBOkeur komen in aanmerking voor de MIA (Milieu-investeringsaftrek) / VAMIL (Vervroegde Afschrijving van Milieu Investeringen) regeling.
Lees verder

ESCo’s en energieprestatiecontracten

ESCo staat voor Energy Service Company. De eigenaar/gebruiker van een gebouw besteedt bij een ESCo de energievoorziening en het management van de energievoorziening uit aan een externe partij op basis van een energieprestatiecontract. Dit uitbesteden heeft als doel substantiële energiekostenbesparing, kwaliteitsverbetering, vermindering van vermogensbeslag in installaties e.d. en ontlasting van de eigen organisatie.

ESCo is de aanbieder van energiediensten en dus de uitvoerende partij. Deze contractpartner, meestal een consortium van partijen (technisch team en financier), neemt de installaties, het energiebeheer en energiemanagement over in ruil voor integrale energie dienstverlening aan de opdrachtgever gedurende de duur van het prestatiecontract.  Voorbeelden van ESCo’s zijn Strukton, BAM, Honeywell Building Solutions en Van Dorp Installaties.
Lees verder

Persbericht 19 maart 2014

Introductie van een jong managementbureau voor de bouw, gespecialiseerd in het managen van bouwprojecten.

Mijn naam is George van Rest en ik ben vanaf 1977 werkzaam als projectleider cq. bouwmanager in de Nederlandse bouwwereld.

Na mijn opleiding aan de HTS Bouwkunde heb ik langdurig ervaring opgedaan bij vastgoedbelegger Nationale Nederlanden Vastgoed NV in Den Haag, als bouwkundig projectleider. Vanaf 1992 werkte ik als adviseur bij bouwmanagementbureau DVP te Den Haag en enkele jaren voor het bekende bureau voor projectmanagement Twijnstra Gudde te Amersfoort.
Lees verder

Stroomversnelling – grootschalige woningverbetering

Enkele grote marktpartijen hebben de handen ineen geslagen om grootschalig woningen te gaan verbeteren. Op 20 juni 2013 hebben enkele bouwers (BAM, Volker Wessels, Balast Nedam en Dura Vermeer) en enkele woningcorporaties de deal ”Stroomversnelling” getekend om 11.000 bestaande woningen te gaan verbeteren. De doelstelling van dit samenwerkingsverband is om uiteindelijk in het jaar 2020 in totaal 111.000 woningen zodanig te hebben verbeterd dat deze woningen vrijwel energieneutraal zullen zijn. Het totaal aantal woningen in Nederland bedraagt 7,2 miljoen, waarvan circa 2,4 miljoen bezit zijn van de woningcorporaties. Deze samenwerking is ”Stroomversnelling” genoemd, met de intentie om ieder jaar de doelstelling te verhogen.
Lees verder

Vanaf 2020 alle nieuwbouw energieneutraal

Het kabinet Rutte I heeft met het lente-akkoord in het voorjaar van 2012 het volgende beleid uitgezet in de vorm van convenanten met marktpartijen:

Het ministerie van Binnenlandse Zaken heeft beleid uitgezet waarin is vastgelegd dat alle nieuwbouw vanaf 2020 zo goed als energieneutraal moet zijn. En dat in 2020 tenminste 300.000 bestaande woningen zodanig zijn verbeterd, dat ook deze woningen zo goed als energieneutraal zullen zijn.

Met de woningcorporaties is afgesproken dat vanaf 2020 de totale voorraad huurwoningen een energielabel B heeft of hoger en dat 80% van de particuliere huurwoningen een energielabel C heeft.
Lees verder